Werkhouding

Bijna elk kind is in begin groep 3 succes georiënteerd. Het verheugt zich op het leren lezen, schrijven en rekenen. Het kind heeft geen reden om te denken dat het gaat falen.
Als het leren, om welke reden dan ook, niet gaat zoals verwacht kan een kind een negatieve werkhouding ontwikkelen. Gedachten als: ”Zie je wel ik kan het niet, ik ben dom.” komen in het kind op. Er kan een neerwaartse spiraal ontstaan. Het kind wil uit zichzelf niet meer werken. Onder de druk van leerkracht of ouders gaat het kind aan het werk. Vanwege de beloning die in het vooruitzicht is gesteld of om aan de verwachting van de ouders of leerkracht te voldoen.

De verantwoordelijkheid om te werken ligt in dit geval bij de volwassenen en niet bij het kind. Als de beloning of verwachting wegvalt, verdwijnt ook de motivatie van het kind en er wordt niet of nauwelijks meer gewerkt.

Afstemmingsstrategie

Bij de zogenaamde afstemmingsstrategie gaan we uit van de motivatie van binnenuit.

Het kind leert zich verantwoordelijk te voelen voor zijn eigen prestaties en heeft geen voortdurende sturing van leerkracht of ouders nodig.
Het kind krijgt een taak aangeboden waarvan hij van te voren weet dat hij die aan kan en waarbij hij kan inschatten hoe lang hij over de taak gaat doen. Het kind weet ook van te voren welke problemen hij tegenkomt en hoe hij die kan oplossen. Met behulp van pictogrammen weet het kind de werkwijze die hij moet volgen.
Zo krijgt het kind een positieve kijk op de taak die hij gaat maken.